Bert Wagendorp over De Loterij in De Volkskrant

Try-outs in coronatijd, hoe doe je dat? Voor zijn nieuwe conference De loterij vond Freek de Jonge de oplossing: bij hem thuis

Zaterdagavond is Freek de Jonges nieuwe voorstelling De stemming 6, De loterij  te zien op NPO 2.

Bert Wagendorp 11 maart 2021

In de woonkamer van Freek de Jonges huis in Muiderberg hangen twee paar ringen. Hij hangt graag in de ringen, weten de volgers van de cabaretier die ook al minstens veertig jaar een circusartiest in zich meedraagt. Vroeger ging dat vanzelf, maar nu is Frederik Jan Georg de Jonge 76 jaar en hebben zelfs bij hem de ledematen iets van hun souplesse verloren. Dus hij moet oefenen. Onder de ringen ligt een dikke mat voor als hij eruit lazert – is tot dusver één keer gebeurd, zonder ernstige gevolgen, ook al lag de mat er toen nog niet.

Maar straks, in zijn zesde Verkiezingsconference, die De stemming 6, De loterij heet en die op 13 maart wordt uitgezonden op NPO 2, zal hij weer in gevecht gaan met ringen – met een enorme bos ringen, het lot tartend. Want daar gaat de voorstelling over, het lot.

‘Ik hang erin als een jonge God’, verklaart De Jonge opgewekt.

Gewoonlijk doet hij voor zijn verkiezingsconferences een aantal try-outs in kleinere zalen. Dat zijn meestal chaotische voorstellingen, vooral als het programma nog zwaar in de steigers staat – de toeschouwer vraagt zich bij dat soort gelegenheden geregeld af wat dat moet worden en hoe de conferencier van de wirwar aan lijnen en lijntjes een samenhangend web zal spinnen.

De Jonge maakt zich daarover nooit zorgen, hij zit al een tijdje in het vak.

Die try-outs, dat kon dus niet, dit jaar. Een volle zaal tijdens de tv-opnamen zit er ook niet in. Niet dat hij ook maar één seconde heeft overwogen de voorstelling af te gelasten – natuurlijk niet. Als de omstandigheden veranderen, zit er voor een mens weinig anders op dan het lot te omarmen en op zoek te gaan naar een alternatief. Ik verdenk hem ervan dat hij de complicatie stiekem wel leuk vindt: die dwingt hem nieuwe paden op.about:blankhttps://acdn.adnxs.com/dmp/async_usersync.html

Zo is het dus gegaan, met De loterij.

En nu is het woensdag 3 februari, precies zes weken voor de verkiezingen. Om 5 minuten over 11 parkeer ik mijn auto voor het huis van de familie De Jonge op de stoep in Muiderberg, vijf minuten te laat, want het verkeersplan van het dorp is best ingewikkeld. Zijn vrouw Hella heeft al gebeld of ik al in de buurt ben, de komiek staat ongeduldig te wachten bij het tuinhek.

Logisch, ik ben vandaag zijn publiek.

Dat zit zo: om toch nog enige feedback te krijgen in de opbouwfase van de conference heeft De Jonge een aantal mensen (schrijver Abdelkader Benali, cabaretière Brigitte Kaandorp, recensent Patrick van den Hanenberg, zijn zoon, regisseur Jelle de Jonge, en anderen) gevraagd plaats te nemen op een bank in zijn werkkamer en te luisteren naar de lees-try-out. De Jonges vrouw Hella neemt alles op met twee minicameraatjes, om het te kunnen terugkijken. ‘Abdelkader moest gisteren enorm lachen’, zegt ze. ‘Die viel bijna van de bank.’

Dat belooft wat.

Ooit lag ik bij wijze van spreken op de trap van de Stadsschouwburg of voor de entree van theater De Oosterpoort in Groningen om aan kaartjes voor Neerlands Hoop (met Bram Vermeulen) of een van de soloshows van De Jonge te komen. Er waren er altijd veel te weinig.

Meteen na het zien van de tweede show van het duo, Neerlands Hoop in Panama – ik was 16 – dacht ik dat het, ondanks gebrek aan vergelijkingsmateriaal, niet veel beter kon worden met het cabaret in Nederland. Dat werd het trouwens wel, maar dat had alles te maken met de vernieuwing die Bram en Freek in gang hadden gezet en die door De Jonge later solo zou worden uitgebouwd tot een oeuvre dat je gerust monumentaal mag noemen.

Zo lang is de lijst met shows die De Jonge sinds 1980 voor het voetlicht bracht en zo krachtig blijft de stroom nieuw werk, dat ze het op Wikipedia niet kunnen bijhouden. Om de verveling te verdrijven, schreef hij nog een paar romans en is hij bezig aan het derde deel van zijn memoires. ‘Als dit voorbij is, ga ik daar meteen weer mee verder.’

Ik ken hem inmiddels al een tijdje persoonlijk, maar dat heeft aan de bewondering niets afgedaan. Ik vind Freek de Jonge een grootheid en de beste Nederlandse cabaretier van de afgelopen vijftig jaar. Als de wereld Nederlandstalig zou zijn, was hij wereldberoemd.

Die man belt om me uit te nodigen voor een eenmansvoorstelling. Dat vind ik eervol, maar ook een beetje zorgwekkend. Het theater is een veilige plek, tussen al die anderen, maar straks zit ik oog in oog met de cabaretier, die mijn reactie scherp in de gaten zal houden om te controleren of het wel leuk genoeg is. En als het nou niet leuk is, wat dan?

Het is voor het eerst dat ik een kop koffie drink met een artiest vóór de voorstelling. Zelf werkt hij ook nog even een soort gezondheidsontbijt naar binnen. We nemen zoals gewoonlijk even de actuele stand van zaken in het wielrennen door, en dan met name het plotselinge afstappen van Tom Dumoulin. Freek de Jonge zal pas stoppen wanneer hij door drie kleerkasten op gewelddadige wijze van het podium wordt gesleurd om te worden opgesloten. Maar terwijl dat gebeurt, zal hij alvast plannen maken voor een come-back. Dus het besluit van Dumoulin intrigeert hem.

‘Het is onherroepelijk duidelijk dat ik bezig ben de zaak af te ronden’, zei hij in januari 2019 tegen cabaret- en comedyrecensent Gidi Heesakkers van de Volkskrant, nadat zij een niet al te goed gelukte try-out van het programma De suppoost had gezien. Dat moet een zwak moment zijn geweest, De Jonge wekt deze ochtend bepaald niet de indruk bezig te zijn met de laatste loodjes.

Na de onfrekiaanse woorden over een naderend pensioen maakte hij met regisseur Threes Anna de film De vogelwachter (vier sterren in de Volkskrant) en ging hij in 2020 alleen maar vanwege corona níet uitgebreid op tournee met zijn nieuwe en goed ontvangen show Asociale afstand. En toen was het alweer verkiezingstijd en tijd voor De stemming 6, De loterij, waarin overigens hilarische gedeelten uit Asociale afstand zijn opgenomen.

De loterij is opgebouwd uit drie elementen: een talkshow, afgewisseld met filmpjes en een conference in de lege zaal van de Stadsschouwburg in Haarlem.

Het is dus een try-out van een programma in opbouw. De Jonge zit achter zijn Mac en leest de teksten voor. Zo nu en dan legt hij uit wat de kijker straks zal zien. Bij de talkshow is bijvoorbeeld geen gast in beeld, er is alleen een talkshowhost die moeiteloos de tijd volzwetst – een nieuw en veelbelovend format. Er komt een collega-cabaretier langs die onlangs nog de oudejaarsconference heeft gedaan en die het gevoel voor humor heeft doodverklaard, wat De Jonge verleidt tot een exposé over ironie. De verkiezingen komen langs natuurlijk, maar niet overmatig. Wel is een fusie tussen PvdA, GroenLinks en SP een van de rode draden en schuiven Rutte en Wilders aan.

Het lot, daar gaat het dus over, en dus automatisch over corona. ‘We stemmen om het lot op de knieën te krijgen.’

Het lot, God en spot. En niet te veel meningen – dat zal de wijsheid van de jaren zijn, bij De Jonge, die nooit zo om een mening verlegen heeft gezeten. ‘Waarom zou je een standpunt moeten innemen? Waarom moet je kiezen voor dit of voor dat standpunt? Die corona: ik heb eerlijk gezegd geen idee aan welke kant ik moet staan.’ 

‘Wat heb je aan je vrije wil als je wordt overvallen door het lot?’ Volgt een dramatisch familieverhaal over de Watersnoodramp van 1953 (1836 doden) die ertoe leidde dat zijn moeder het woord ‘gezellig’ niet meer kon horen. Wat hem ook opviel: dat niemand het destijds had over wie er schuldig was aan de ramp, dat het kabinet niet aftrad en er evenmin een parlementaire enquête volgde. Het was een natuurramp, het lot in gruwelijke gedaante. ‘Wij hadden toen nog iets met het lot’, constateert De Jonge. ‘Tegenwoordig probeert Marli Huijer het zo nu en dan.’ Tevergeefs. Het domme lot is niet langer acceptabel ‘en de dood mag ook niet meer’. 

Na een lang betoog over ‘racisme door de eeuwen heen’ volgen een grap over iemand die wel geïnjecteerd wil worden ‘maar alleen wanneer Michael van Gerwen het doet’, een uitvoerig beschreven absurde scène op een terras, het sprookje van Mondkapje en een hilarisch intermezzo waarin de naar applaus hunkerende komiek (‘Ik wil niet afvallen. Ik wil opvallen!’) naar de Bijlmer gaat op de avond van het applaus voor de zorgmedewerkers en op het moment suprême uit de schaduw stapt en het applaus dankbaar in ontvangst neemt. ‘Ik had toch een beetje het gevoel dat ik het applaus had gestolen.’

Wanneer De Jonge opeens tegen zijn ingebeelde moeder op het balkon van het zorgtehuis begint te schreeuwen dat hij van haar houdt, val ik ook bijna van de bank. Hij is nog altijd de fenomenale koning van de slapstick, zelfs achter zijn bureau.

‘Dat was het’, zegt De Jonge na een uur en twintig minuten. Wat moet je doen, als eenmanspubliek? Een staand applaus lijkt me ongepast en weinig professioneel.

‘Af? Het is nooit af.’

De try-out die ik heb gehoord zal nooit meer worden herhaald, wat er straks op tv komt zal heel anders zijn. Dus dit is toch maar mooi binnen.

Hij gaat, vertelt hij even later, nog regelmatig een potje voetballen bij de Jaap Edenbaan, met types als Sjaak Swart en Guus Hiddink. En wat er nou laatst gebeurt: hij maakt een beweging, zo fraai en getruct dat hij bij zichzelf denkt: ‘Hoe deed ik dat nou?’

Dat vraag ik me op de terugweg in de auto ook af, voor de zoveelste keer: hoe doet hij dat nou?

Bert Wagendorp

https://www.volkskrant.nl/cultuur-media/try-outs-in-coronatijd-hoe-doe-je-dat-voor-zijn-nieuwe-conference-de-loterij-vond-freek-de-jonge-de-oplossing-bij-hem-thuis~b5ea372b/