Er zijn onverklaarbare dingen in het leven….

Hans Alderliesten in gesprek met Freek de Jonge in het tijdschrift Speling.

Van cabaretier Freek de Jonge verscheen recent Kom verder!, een boek over zijn vader en grootvader. Op innemende wijze beschrijft Freek hoe zijn voorgeslacht worstelt met belangrijke vragen en hoe de secularisatie doorwerkt in de samenleving. In dit interview deelt hij op de hem kenmerkende wijze zijn visie op religie en moraal. Van de kerk heeft Freek de Jonge weinig verwachting. Hij pleit voor ontvankelijkheid, diepgang en vertrouwen.

OVER HET BOEK
Kom verder, deel 1 van Freek de Jonges memoires, begint in de zomer van 1900 op Duiveland. Tijdens het hoeden van een kudde koeien krijgt de dan veer­ tienjarige grootvader van Freek een roe­ ping. Gehoorzaamheid aan Gods vraag heeft tot gevolg dat zijn vader, Andries de Jonge, die vijftien jaar later in Breda ter wereld komt, wordt voorbestemd tot predikant. Na gymnasia in Gouda, Deventer en Doetinchem gaat Freeks vader theologie studeren in Groningen en wordt Gerardus van der Leeuw zijn leermeester. Vlak voor de oorlog ontmoet hij door een bizar toeval zijn aanstaande echtgenote, wier broers tot ontzetting van haar vader voor de NSB hebben gekozen. Na zijn eerste gemeente Westernieland trekt het gezin De Jonge in 1946 naar Workum, waar alles ideaal lijkt totdat het drama toeslaat dat tot de ervaring leidt waar Andries de Jonge zo naar hunkerde. In Kom verderf exploreert domineeszoon Freek de Jonge met verbeeldingskracht deze geschiedenis: het leven van zijn ouders en grootouders, een verhaal dat ons een voorbije wereld binnen voert, waarin het geloof intens wordt bevraagd en beleefd.

Waarom schreef u Kom verder!?

Nog niet zo lang geleden schreef ik Reikhalzend verlangen. Als ondertitel gaf ik mee: Memoires deel 2. Deel 1 moest er dus een keer van komen. Corona deed zijn intrede, ook ik was veroordeeld tot thuisblijven. Ik heb nagedacht over mijn familie. Zowel mijn vader als mijn grootvader hadden iets met het Woord: mijn grootvader een roeping en mijn vader een verplichting. Ik ben zelf ook met het woord en het toespreken van het publiek aan de slag gegaan. Zo ont­ stond er een mooie lijn en schreef ik Kom verderf, een familieverhaal waarin de invloed van de secularisatie duidelijk zichtbaar wordt.

Hoe duidt u de secularisatie?

Sinds de jaren zestig is er sprake van ontkerkelijking. De secularisatie krijgt dan zijn beslag in ons land. De plek van God in het denken van mensen en in de publieke ruimte zakt dan langzaam maar zeker weg. Het is vanzelfsprekend dat ik daarin meegegaan ben. Zeer bewust zelfs. Toch draag ik de sporen van mijn opvoeding bij me. Nooit heb ik mijn opvoeding willen verloochenen. In die zin is Kom verderf een hommage aan mijn opvoeding. De secularisatie is er. Het is een ontwikkeling. We zijn vaak geneigd te denken in termen van goed en kwaad, maar het is. Wij mensen leven hooguit honderd jaar – ter­wijl de mensheid al véél langer bestaat. Me dunkt, ons oordeel is onbelangrijk.

Ik zie een ontwrichte samenleving – we zijn tamelijk radeloos en reddeloos. We hebben geen antwoord meer op het lot. Zo’n programma als Droomhuis gezocht, ik vraag me daarvan af: hoe is het mogelijk dat je dat in deze tijd uitzendt? Er zijn miljoenen mensen op de vlucht en dan kom je met een der­ gelijk programma. Jij woont ook in een groot huis, kun je tegen mij zeggen, dat bemoeilijkt dit standpunt. Kijk naar de populisten: het gemak waarmee men de Europese Unie aan de kant schuift, een hek om het land wil zetten. Leiders zoals Boris Johnson. Hoe noem je dat? Betonrot? En de ontsporingen bij de Voice of Holland: miljoenen mensen keken de afgelopen jaren naar het programma en dan nu grote woorden over moraal … ?

Je ziet dat de wappies en niet-wappies elkaar niet meer begrijpen. De rationaliteit van de een wordt verworpen door de rationaliteit van de ander. Het zijn twee visies op de werkelijkheid. Er spelen talloze ethische kwesties in onze samenleving. Hoe kijken we bijvoorbeeld tegen het leven aan? Buitengewoon actuele en prangende kwesties. Er wordt vaak overheen gestapt. Kom eens met moraal aan op sociale media, je maakt geen schijn van kans. We heb­ ben nog wel een geweten, alleen weten we niet zo goed meer hoe het werkt. Als we ons schuldig voelen, kijken we weg of drinken we het weg.

We moeten leren luisteren.

Echter, als mens kunnen we rationeel meer dan we emotioneel aankunnen. Degenen die het op zeker moment niet meer aankunnen, die worden boos, gaan protesteren, verzetten zich. We zullen deze mensen echt tegemoet moeten treden, er is zoveel dat om uit­ leg vraagt. We moeten leren luisteren. Als we het niet doen, blijven we leven in zoiets als een semi-burgeroorlog. Een van de meest sprekende bijbelverhalen vind ik die van de torenbouw van Babel uit Genesis. Een sterk beeld van deze tijd. De illusie dat wij naar de hemel kunnen reiken. Het eindigt in een spraakverwarring. We kunnen anno nu makkelijker communiceren dan ooit, maar we verstaan elkaar niet meer. De waarheid staat meer dan ooit onder druk.

Wat zijn we door de secularisatie kwijtgeraakt?

De religie bood gereedschappen en skills om om te gaan met het leven en het lot. Nu we religie hebben afgezworen, hebben we onszelf veroordeeld tot de gevangenis van het consumentisme. Ge zult feestvieren, ge moet op vakantie, ge koopt zinloze dingen. Tot we erbij neervallen. Religie bood ons een transcendentaal platform waar we, indien gewenst, even konden uit­ rusten. Even zitten als je het leven niet meer aankunt. Religie brengt ons in contact met een andere wereld, een wereld vol troost en vergeving. In de oude wereld geloofde men hierin – en dus was het zo. Men leefde in een werkelijkheid waarin God bestond. Je kunt onmogelijk zeggen dat Bach zich vergist heeft bij het componeren van de Matthäus. Helaas zijn we door de secularisatie kwijtgeraakt hoe we met het leven om kunnen gaan – juist als het tegenzit. We volgen als mensheid vaak dezelfde weg. Dat zie je in de Bij­ bel, maar ook in Griekse mythen en sagen. De mens zoekt een lui en gezapig leven, wentelt zich erin. Vervolgens komt er een zondvloed en worden we wreed gekeerd door het lot.

Hoe is het tij te keren?

We zullen op zoek moeten naar nieuwe vormen. Dat kunnen zeker oude verhalen zijn, die kunnen hun eeuwige kracht bewijzen in nieuwe vormen. Niet denken in termen van goed of slecht, dom of niet-dom. We móeten met elkaar leven. Rationeel hebben we aanvaard dat mensen gelijk zijn. Maar mensen zijn niet gelijk. We zullen ons moeten inspannen dat mensen aan de onderkant van de samenleving het in materiële zin beter krijgen. Het onder­ wijs kan een belangrijke bijdrage leve­ ren door kinderen en jongeren te leren begrijpen wat er gaande is. En vooral: dat we leren aanvaarden dat het lot zijn eigen gang gaat.

We zullen nieuwe vormen moeten vinden om in contact te treden.

Wat je in elk geval niet moet doen: boos worden. Dan jaag je de wappies nog verder tegen je in het harnas. We zullen nieuwe vormen moeten vinden om in contact te treden. Denk je echt dat pers­ conferenties, waarin gedicteerd wordt hoe we ons moeten gedragen, werken? Ik vind het meer dan verwonderlijk dat de cultuursector lange tijd kaltgestellt is. Kunst en cultuur zijn belangrijke laboratoria: daar worden nieuwe vormen uitgevonden, getoetst, gedeeld. Die sec­tor zou je ópen moeten houden. Boekwinkels essentieel? Uiteraard!

Welke rol kan de kerk hierin spelen?

De kerk biedt helaas geen sterk alternatief meer. De kerk heeft aan gezag verloren. Het hiernamaals kunnen we afschrijven, daar kan de kerk niet meer op terugvallen. Een God die straft, ooit werkte dat frame, maar nu kom je er niet meer mee weg. Komt bij dat de kerk een bedenkelijke maatschappelijke rol is gaan spelen. De kerk had zich moeten blijven concentreren op haar geheim, het mysterie. Het begrip ‘liefde: een kernconcept van de kerk, is helaas door liefdesliedjes en reclames om zeep geholpen. Maar als je er goed over nadenkt: liefde ontvangen is prachtig, liefde geven ook. In beide gevallen vraag het om een offer.

Maar kom daar maar eens om in onze tijd, een offer…

In het begin van de coronatijd hebben we veel samenhorigheid gezien. Waardering voor de zorg. Zorg om en zorg voor elkaar. We werden gedwongen met elkaar op te trekken, letterlijk en figuurlijk. Als het water ons aan de lippen staat, zijn we blijkbaar bereid om voor elkaar te zorgen. Dat is hoopvol.

Hoe geeft u zelf inhoud aan de opgave om tegenwicht te bieden en weerbaar te zijn?

Zelf werk ik graag met de trits vertrouwen, discipline en concentratie. Het begint met vertrouwen. Waarin? Nee, niet waarin. Gewoon vertrouwen. Ik weet niet of ik pessimistisch of optimistisch ben. Ik heb gewoon vertrouwen. Voor veel mensen is vertrouwen al een probleem. In de basis hebben ze geen vertrouwen – niet in de ander, niet in de overheid en soms ook niet in zich­ zelf. Als er van mij iets gestolen wordt, hoop ik dat die ander dat meer nodig heeft dan ik. Ik wil er niet ontdaan over zijn. Veel mensen staan er toch anders in en hun basisvertrouwen is ernstig aangetast. Dat geldt ook voor kinderen van gescheiden ouders en voor Amsterdamse jochies die als runnertje werken. Vertrouwen brengt je bij discipline.

Vertrouwen, discipline en concentratie.

Dat betekent niet dat een ander de baas over je is, maar dat je de baas bent over jezelf. Je bent pas vrij als je de baas bent over jezelf. Veel mensen laten zich meeslepen. Ze kiezen voor schijn. Toch maar naar Oostenrijk om te skiën. Ze zien dat als vrijheid, maar dat is het niet. En wat dacht je van de voortdurende informatiestroom? Al die appjes, mailtjes, meldingen. De digitale communicatie heeft waanzinnige vormen aangenomen. Nog nooit waren we zo mondig en zo goed geïnformeerd. Het biedt ook kansen, net als de boekdrukkunst indertijd.

Je bent pas vrij als je de baas bent over jezelf.

De laatste stap is concentratie. Dan kom je in contact met je talent. Vanuit concentratie kun je een vorm vinden. Als jij geconcentreerd bent en de ander is dat ook, ben je op hetzelfde niveau. Ik ervaar dat wel eens met mijn publiek. Dan krijg je écht iets terug. Raak je het gevoel van tijd en ruimte kwijt. Je was snel, zeggen de mensen dan, terwijl ik denk, ik had een zee van tijd.

Wat is de belangrijkste les die u meekreeg van uw voorouders en door zou willen geven aan uw nageslacht?

Gun jezelf de tijd. Voed de innerlijke behoefte om door te denken. Neem niet te snel genoegen met iets. Denk niet: dit is te moeilijk, dit hoef ik niet te weten. Zoek verdieping. Stel je ontvankelijk op.

Heeft u Gods stem wel eens vernomen?

Of ikzelf Gods stem vernomen heb? Even nadenken. Ik zou het niet Gods stem noemen. Maar het is meer dan eens gebeurd dat ik, nadat een liedje af was, dacht: hoe kán dit nu? Zo’n mooie tekst. Waar komen die zinnen vandaan? Wie heeft dit bedacht? Er zijn simpelweg onverklaarbare dingen in het leven. Die kan je niet aan jezelf toeschrijven. Ik zou niet willen pretenderen dat ik alles zelf bedacht heb. Ik schaar dat onder het begrip ‘genade’. Hoe dat werkt, moet je niet aan mij vragen. Het is het mysterie van het brein.

Bidt u wel eens?

Nou…, ja. Het zijn niet hele lange en diepe gesprekken. Op momenten dat er te veel dingen bij elkaar komen die een onmogelijke keuze opleveren, ja, dan bid ik…

HANS ALDERLIESTEN (1987) is werkzaam als projectleider en onderzoeker Maatschappelijke vraagstukken bij Movisie. Hij doet promotieonderzoek naar de leiderschapsstijl van kerkvader-filosoof Augustinus. (alderliestenj@gmail.com)