Freek de Jonge: ‘Je kunt de waarheid niet verkondigen’ – Volkskrant 21 augustus ’20

180 graden

Freek de Jonge (75) veranderde van mening over de waarde en waarheid van zijn kunstenaarschap.
Auteur Maurits Chabot, 21 augustus 2020

Oude standpunt

‘Als zoon van een dominee geloofde ik dat je een bepaalde boodschap kunt uitdragen, dat je ergens voor mag staan en dat je gehoord kunt worden. Dat geeft je inzet waarde. Toen ik in 1967 Bram Vermeulen leerde kennen, vormden we mede met die gedachte Neerlands Hoop. We werden vrij snel een sektarische groep, met ons verhaal als een soort evangelie. Sektarisch in de zin dat het een gesloten wereld was: jongens van de techniek en de platenmaatschappij praatten ons allemaal naar de mond, en ook door het publiek werden we voortdurend bevestigd. Dan ga je geloven in het evangelie dat je zelf verzonnen hebt. We wilden de wereld verbeteren. Alles moest aangepakt: het kapitalisme deugde niet en moest desnoods met een revolutie omver worden geworpen, waarna de heilstaat zich zou vestigen. Ook toen ik later solo ging optreden, sprak ik veel over wat er moest veranderen. Ik bevatte toen nog niet dat de wereld en de mensen niet veel anders geweest zijn en ook niet veel anders zullen worden. Zo is het altijd. Maar die inzichten komen pas met de jaren.’

Het kantelpunt

‘Het eerste kantelpunt was de opkomst van het populisme. Ik kan zeggen wat ik vind, denk en wil, maar mensen luisteren toch niet. Met de komst van populistische partijen ging ik me afvragen of het zin heeft gehad wat ik al die jaren zei. Het tweede kantelpunt was het uitblijven van compensatie voor Groningers die getroffen waren door de aardbevingen die ontstonden na gasboringen. Ik protesteerde met de actie ‘Laat Groningen niet zakken’ tegen de manier waarop ze in de nasleep daarvan behandeld werden. Ze hebben recht op herstelbetalingen, maar Den Haag bleek er doof voor en er gebeurde amper iets. Wat heeft het dan voor zin? Het resultaat is dat mensen zich niet gehoord voelen. Dat verklaart mede waarom het populisme nu machtig wordt: er staan valse profeten op die zich meester maken van dat sentiment.’

Nieuwe standpunt

‘Waarheid is relatief en diffuus, het idee dat iets onomstotelijk waar is kan overboord en ‘het absolute’ bestaat niet. Mensen als Trump zeggen tegen serieuze journalisten dat ze domme vragen stellen omdat ze alleen nepnieuws volgen. Instituten en principes worden ondermijnd en de verwarring is groot. Dat leidt tot polarisatie: het moment waarop niet meer begrepen wordt wat het misverstand is. Voor mij persoonlijk bleek het idee dat je de waarheid kunt verkondigen onwaar. Ik dacht dat de boodschap die ik met mijn werk uitdroeg groot, goed en belangrijk was, maar dat viel wel mee. De hoogmoed is niet voor de val gekomen, maar die heb ik wel losgelaten. Het ergste is nog dat de waarheid niks oplost. Misschien verloochen ik mijn verleden wanneer ik stel dat niets waar is; mijn boodschap was jeugdige overmoed, op zijn zachtst gezegd. Maar hoe zou de wereld eruitzien zonder jeugdige overmoed?’

Het effect

‘Als mijn werk, mijn boodschap en inspanningen relatief zijn, waarvoor heb ik me al die jaren dan ingezet? Wat heeft het voor zin, wat betekent het allemaal? Ik heb altijd geprobeerd de zin van het leven te zoeken en ik heb kunnen zeggen, denken en doen wat ik wil. Maar wat is de verandering?

‘Mijn vader ervoer de figuur van Jezus als een enorme bevrijding, maar was later in zijn leven niet opgewassen tegen de ontkerkelijking. Hij zag zijn wereld afbrokkelen. Het stelde nog maar weinig voor, toen hij er goed over nadacht. Misschien beland ik op hetzelfde punt als mijn vader: het stelde misschien toch niet zo veel voor.

‘Desondanks is het goed dat mijn waarheid relatief is. Je kunt niets verabsoluteren. Maar de behoefte van mensen aan een hoopvolle boodschap is een constante. Wonderlijk genoeg ben ik het gelukkigst met de emotie die ik bij mensen gebracht en veroorzaakt heb. Het draait niet om complimenten als: ‘Wat u toen zei over het kapitalisme heeft een onuitwisbare indruk gemaakt.’ Het gaat om het sentiment, om de indruk die je nalaat. Ik blijf vragen naar de zin van het leven, zoals ik altijd heb gedaan. Misschien is dat toch het vasthouden aan de boodschap die ik wil uitdragen, zoals mijn vader zich vastklampte aan de Heilige Geest. De pen blijft vloeien. Er zit geen eind aan. Daar ben ik ongelooflijk dankbaar voor.’