Een rationeel-emotioneel dilemma

Freek de Jonge gaat op zoek naar zijn vader. In dit mooie portret van een dominee in de jaren veertig wordt diens ‘halfzachte’ geloof raak beschreven.

Trouw, Rob Schouten  30 december 2021

©Tjarko van der Pol

Vanaf antieke tijden tot op de dag van vandaag heeft het thema van de zogeheten Vatersuche, zoon zoekt vader, de meest verschillende gestalten aangenomen. Van de middeleeuwse vondeling Moriaen uit de Arthurlegendes, die zijn biologische vader zoekt, tot Kafka die in zijn befaamde Brief an den Vater zijn vader ter verantwoording roept.

Freek de Jonge (1944) komt met een speciale variant. In het eerste deel van zijn memoires, Kom verder, waarvan overigens in 1987 onder de titel Zaansch veem al een deel verscheen, beschrijft hij het leven van zijn vader tot zijn, Freeks, kinderjaren. Bijzonder, om je eigen memoires met zo’n uitgebreid portret van je vader te beginnen. Het moet wel iets zeggen over het belang van de vaderfiguur.

Kan dat wel, kun je je eigen voorgeslacht wel écht tot leven wekken, of blijft het allemaal giswerk en psychologie van de kouwe grond? De Jonges portret van zijn vader is zo precies en nauwkeurig en gedetailleerd dat je je kunt afvragen of het niet grotendeels fictie is. De grote en misschien kleine gebeurtenissen in het leven van de vader zal de schrijver wel uit diens of andermans mond vernomen hebben, maar de innerlijke overwegingen, de onbeduidende maar kleurrijke details moet hij zelf ingevuld hebben en dat geeft hij ook toe als hij het over ‘een romantische weergave van de werkelijkheid’ heeft.

Niet erg charismatisch

Hoe dan ook, fictie of waarheid, Kom verder geeft een mooi portret van een dominee in de jaren veertig van de vorige eeuw. Overigens verwijst De Jonge achter in zijn boek naar een grote hoeveelheid bronnen, dus ik ben bereid te geloven dat zijn portret klopt.

De Jonges vader komt in Kom verder naar voren als een ietwat wankelmoedige, niet erg charismatische figuur, zelf weer zoon van een geroepen evangelist, die langdurig niet weet wat hij moet worden of wat zijn geloof voorstelt. Het zijn denk ik die twijfels, dat halfzachte geloof dat ik het mooist en raakst beschreven vindt, al bekijk ik het, zelf domineeszoon, misschien vanuit een bepaald perspectief en vind ik het prettig dat het beeld van de gezaghebbende, strenggelovige vader wordt genuanceerd.

De Jonge senior is geen geloofsheld en ook geen held in het algemeen, vooral niet gedurende de Tweede Wereldoorlog waarin hij zijn predikantsambt aanvaardt. Is hij er voor de gelovige gemeente of is hij een theoloog die, door Karl Barth beïnvloed, intellectuele voorbehouden heeft bij ons godsbeeld?

Het tekort van de domineeszoon

Het is een rationeel-emotioneel dilemma dat ik in geen andere grote domineesroman, zoals Gösta Berling van Selma Lagerlof, zo raak en empathisch verwoord zag. Kom verder leest als een roman die het dilemma van de naoorlogse christen, tussen oud en orthodox geloof en kritisch besef, in beeld brengt.

Maar het is natuurlijk ook een zoon-­vaderboek. De Jonge heeft zich bewonderenswaardig ingehouden in het portret van zijn vader, met een bedaarde stijl, zonder effectbejag en zonder rancune of buitensporige vereenzelviging.

Toch proef je hier en daar het existentieel tekort van de domineeszoon als hij schrijft: ‘Wat weerhoudt ouders en kinderen ervan elkaars geluk te bevorderen’.

Geheimzinnig in zijn doodgewoonheid 

In menig opzicht is Kom verder – genoemd naar de invitatie van vader De Jonges leermeester, de theoloog en latere minister De Leeuw – een kalm en berustend boek. Grote emoties worden gemeden. De Tweede Wereldoorlog gaat grotendeels aan de hoofdpersoon voorbij, zijn huwelijk lijkt onberoerd maar ook niet bijzonder gezegend. Zelfs de voortijdige dood van een tweeling wordt min of meer gelaten ondergaan.

Het lijkt me heel wat moeilijker om zoiets modaals voor het voetlicht te brengen dan een spectaculair bestaan vol hoogte- en dieptepunten. Ik ben ervan overtuigd dat Freek de Jonge er zeer bewust voor gekozen heeft het leven van zijn vader niet aan te dikken. Wat ook geheel en al ontbreekt is de toon van de conferencier, op een doodenkele half-ironische formulering na (Freek over zichzelf nadat hij zijn eerste bril heeft gekregen: ‘vanaf dat moment stootte de kleine brildrager zich alleen nog om de lachers op zijn hand te krijgen’) is dit een ernstig boek over een gelovig man in de kracht van zijn leven. Zelfs de vreemde gewoontes van zijn tijd, het groeten van verre familieleden vanuit de trein bijvoorbeeld, wordt naturel beschreven.

Ondanks dit gevoel voor realisme en authenticiteit blijft het een ietwat vreemde praktijk om je memoires met een deels geromantiseerd portret van je vader te beginnen. Ik ben erg benieuwd hoe in volgende delen de reactie van de opgroeiende Freek op die in zijn doodgewoonheid geheimzinnige vaderfiguur zal zijn, want daarin moet het motief van deze opmaat te vinden zijn.

Gezien de Jonges opmerking dat deel vier van zijn memoires al in voorbereiding is, hoeven we daar niet lang op te wachten.

Freek de Jonge
Kom verder. Memoires 1
Atlas Contact; 334 blz. € 22,99