VN column 20 januari 2018 – De geschiedenis kun je alleen bekijken door de bril van nu

Toen ik vanmorgen mijn bril opzette, was mijn eerste gedachte: Dat is mijn bril. Niemand anders  kan er zo scherp door zien als ik. Ik ben verziend. Dat betekent dat het beeld der dingen achter mijn netvlies gevormd wordt. Onscherp zijn.

De lenzen, links ruim + tien en rechts een mager zesje, moeten helpen om dat beeld scherp te krijgen.

Mijn linkeroog is lui. Door op jeugdige leeftijd het actieve oog af te plakken kan het luie oog gedwongen worden zich meer in te spannen bij het accommoderen. Dat leidt in vele gevallen tot vooruitgang. Dat is bij mij niet gebeurd.

De bril die ik opzette was mijn bril van nu. Ik heb hem al zo’n kleine dertig jaar. Ik heb gedurende mijn leven een bril of zes gehad.

Tijdens mijn derde bril kregen wij Vaderlandse Geschiedenis van meneer Last. Hij kon prachtig vertellen. De bijbehorende schoolplaten waren ook voor een groot deel verzonnen.

Later bleek er van die verhalen en schoolplaten weinig te kloppen.  Onze rijkdom hebben we te danken aan het idee dat we het recht hadden mensen die niet over buskruit beschikten, te mogen onderdrukken en uitpezen.

We dachten onze welvaart te kunnen waarborgen in neutraliteit en toen de vijand daar schijt aan had, gaven we ons na vijf dagen gewonnen.

Het vervelende van geschiedenis is dat je er alleen maar naar kunt kijken door de bril van nu.

Maar zijn er inmiddels heel veel landgenoten, waaronder onze minister-president, die qua kijken, de voorkeur geven aan hun luie oog.