Lientje I
Carolina Elisabeth Croiset-Miller
Amsterdam 25 juli 1901 – Auschwitz 28 januari 1944
In mijn oren heette ze Lientje. Mijn oma. Haar portret hing bij mijn ouders aan de muur. Het was groot en donker. Haar ogen drongen zich dreigend in mijn kinderziel als ik naar haar opkeek. In mijn geheugen vertegenwoordigde zij ‘dood’. Ze leek heel oud. Soms was ik bang voor haar, soms gaf ze troost en kon ik als mijn moeder radeloos door het huis liep met haar praten. Ze gaf alleen geen antwoord. Dat was wel rustig, maar ook eng.
Niet lang voor mijn vaders dood vertelde hij, staande voor het schilderij, over haar leven. Hij noemde haar een bohemienne. Dat woord had ik in mijn jeugd mijn moeder vaak horen zeggen en vond dat woord heel intrigerend. Bohemienne, wat was dat. Een chique dame? Een kunstenares? Wat waren dat kunstenaars?
Haar dochter, mijn moeder Eva was enig kind, ze werd deels door haar grootouders opgevoed. In de weekends mocht ze bij haar moeder Lientje slapen. Eva’s matras lag op de grond. Voor haar was weinig ruimte omdat vrienden de kamer in beslag namen. Gevluchte Duitse Joden of communisten. Veel van haar vrienden waren schilders. Lien poseerde regelmatig voor hen. Een van hen was Jan Mulder. Bij hem mocht Lientje onderduiken tijdens de oorlog. Door toedoen van de buren werden ze op het laatst verraden.
Staande voor het schilderij vertelde mijn vader geëmotioneerd dat het doek niet af was toen de Duitsers hen meenamen. Het kanten kraagje moest nog voltooid worden. Jan Mulder zijn vrouw werd niet meegenomen. Ze heeft het schilderij veilig kunnen stellen, (zij zal het waarschijnlijk aan mijn moeder gegeven hebben, dat weet ik niet, maar het hing prominent in de kamer en was bijna het enige wat van Lientje bewaard is gebleven).
Jan Mulder werd als verzetsman afgevoerd, Lien als Jodin. Hij kwam in Dachau terecht, waar hij wist te overleven door samen met een groep medegevangenen in de porseleinfabriek Allach als slaven poppetjes op porselein te schilderen. Dachau werd door de Amerikanen bevrijd. Jan Mulder wist te overleven en werd naar Zweden geëvacueerd om daar te herstellen. Teleurgesteld door de heftige ervaringen keerde hij niet meer naar Nederland terug. Zijn vrouw kwam hem achterna gereisd. Hij is tot op hoge leeftijd blijven schilderen ondanks dat hij slechtziend werd. Zijn vrouw reikte hem met de kleuren aan. Mijn ouders hebben tot op het laatst contact met hen gehouden.
Lien werd naar Auschwitz afgevoerd en rechtstreeks de gaskamer ingestuurd. Ze mocht slechts tweeënveertig jaren oud worden. Als je het schilderij van haar gezicht bestudeerd, lijkt het of ze een zeer oude dame is, terwijl ze niet ouder dan veertig jaar moet zijn geweest. Haar zorgen spatten van het doek. Hoe kon ik dichter bij mijn oma komen door haar zelf te gaan schilderen?
De gedachte om het kraagje af te mogen maken zorgde dat ik dieper het schilderij in dook. Tijdens het schilderen kreeg ze verschillende gedaantes, zoals ze dat ook al in mijn leven heeft gehad. Gaandeweg leerde ik haar een beetje kennen en wordt ze nu ook mijn model. Haar ogen kunnen mij maar niet loslaten, ze smeken of ik hun verhaal wil doorvertellen. De penselen zingen voor haar haar naam.
De tussenfases en het eindresultaat van dit schilderij: